Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Twee dingen heb ik van [17]U begeerd, onthoud ze mij niet, [18]eer ik sterve: 17. Namelijk, o God. 18. Dat is, aleer ik scheid uit dit vergankelijk leven; in hetwelk des mensen ziel den zondigen aard altijd onderworpen is en zijn lichaam de tijdelijke nooddruft behoeft.